KMKG

 

Carmentis

Resultaat

Beschrijving
Referenties
Meer beelden

Dankzij het principe van de onafhankelijke ventielen, waarop Sax een octrooi nam in 1852, en dat hij verder uitwerkte in 1859 en 1867, zouden instrumenten met ventielen voortaan "onberispelijk juist" klinken. Conventionele exemplaren gingen immers vals klinken wanneer verscheidene ventielen tegelijk werden ingedrukt.In het nieuwe systeem dat Sax bedacht was elk van de zes ventielen onafhankelijk, zodat het zijn eigen reeks natuurtonen kon produceren. Als we bovendien rekening houden met de noten die gespeeld kunnen worden zonder ventielen te gebruiken (de 7e, open buis), verkrijgt men zeven reeksen van natuurtonen, waarin alle noten van de toonladder voorkomen. Dit principe kon toegepast worden op alle instrumenten met ventielen, zoals de trompet, kornet, hoorn, saxhoorn en trombone, maar het hield het langst stand - tot het midden van de 20ste eeuw - bij de trombone.

De onafhankelijke buizen van elk ventiel en de open stand (zonder ventielen in te drukken)
werden verbonden met een enkele klankbeker of met zeven verschillende klankbekers. Dit laatste type bracht bijzonder indrukwekkende instrumenten voort, zoals het exemplaar inv. 1288. Deze instrumenten mogen dan akoestisch zeer betrouwbaar zijn, ze waren wel zwaar, omvangrijk en lastig om te maken. Nog een nadeel was dat de muzikanten de nieuwe vingerzettingen maar moeilijk onder de knie kregen. Daardoor geraakte het systeem nooit echt ingeburgerd.